Reisverslag Scandinavië 29 mei - 8 juli 2007

Week 2

De weg naar de Noordkaap is nog lang en daarom blijven we niet langer in het Geirangerfjord. Na afrekening van de camping (NOK 300,00) gaan we weer op weg. De weg het dorp uit (RV 63) klimt met 13 haarspeldbochten omhoog en leidt naar Eidsdal alwaar we met de veerboot (NOK 74,00) naar Linge worden gebracht. Hier begint de weg die als een van de mooiste in Noorwegen wordt beschouwd, de "Trollstigveien". De weg slingert door een ruig en koud gebied. Het is een onherbergzame hoogvlakte die gekenmerkt wordt door veel ijs en sneeuw. Als dat gaat smelten ontstaan er natuurlijk kleine stroompjes die in elkaar opgaan en aanzwellen tot een machtige stroom die als een van de grootste watervallen in de diepte stort, de "Trollstigen". Deze waterval is zo hoog en machtig dat zij niet in één foto te vangen is, tenzij men over een camera beschikt die een extreme groothoeklens heeft. Vanaf dit punt stort ook de weg zich in serpentines naar beneden, van boven af een spectaculair gezicht.

 

Na dit punt heeft men het gevoel dat men zijn reis vervolgt over een saaie weg waar weinig te beleven valt, maar niets is minder waar. Wij vervolgen onze weg naar het volgende hoogtepunt, de "Atlanterhavsvei". Hiertoe volgen we wegnr. 64 via Andalsnes, het veer Afarnes - Solseneset (NOK 81,00) en Molde naar het punt waar de "Atlanterhavsvei" begint. Een mooi punt om te stoppen en de nacht door te brengen aan de oever van de Atlantische Oceaan (N 63° 0.648, E 7° 18.743).

de "Trollstigveien"

Uitzicht over de waterval

 

Zonsondergang over de Atlantische Oceaan, 's avonds om 23.15 uur.

 

 De "Atlanterhavsvei" is een spectaculaire weg die verschillende eilanden middels bruggen met elkaar en het vaste land verbindt. Wat deze weg zo opvallend maakt is, vanuit het zuiden gezien, de tweede brug. Wanneer men aan komt rijden krijgt men het gevoel dat de brug ieder moment om kan vallen. Na deze bruggenparade komt men via het veer Bremsnes - Kristiansund (NOK 81,00) in laatst genoemde stad. Deze stad is op drie eilanden gebouwd en leeft geheel van de visindustrie. We verlaten de stad via weg 70 en komen via het veer Kanestraum - Halsa (NOK 94,00) op de E34 richting Trondheim. Deze weg geeft de gelegenheid om even tot rust te komen na alle inspanningen van het berggebied. De weg slingert zich door bossen en dalen, langs meren en rivieren en laat zien dat Noorwegen ook lieflijk en rustgevend kan zijn. Aan het einde dient zich echter de hectiek van alle dag weer in alle hevigheid aan: Trondheim. Wie aan de rustige wegen van het noorse land gewend is geraakt wordt meteen weer bij de les gehaald. Stoplichten: waar hebben we die voor het laatst gezien? Hier zijn ze volop. We ontvluchten de stad en steken via het veer Flakk - Rorvik (NOK 102,00) het Trondheimfjord over. Hier keert de rust weer en zoeken we een plek om te gaan stoppen en vinden deze langs weg 720 (N 63° 36.399, E 10° 0.768) naast de plaatselijke kerk.

 De tweede brug

 het veer Flakk - Rorvik

 Op de pont

Aan het begin van de "Atlanterhavsvei"

Kristiansund

Achter de kerk is het goed toeven

 

 Vandaag een rustige dag voordat we gaan beginnen aan een nieuw hoogtepunt van deze reis, de door velen aangeprezen kustweg "Kystriksveien" RV17. We blijven weg 720 volgen. De weg lijkt op de E34 van gisteren. De loop van de rivier volgend, dan langs de oevers van het Beidstadfjorden naar Malm. Hier wordt de nodige brandstof ingeslagen. Het toeval wil dat bij dit tankstation drie dorstige campers staan, alle drie "Hollanders". 8 km na Malm wordt dan de RV17 bereikt. Deze weg begint in Steinkjer en loopt door tot Bodø, een afstand van meer dan 650 km. Via 6 veerverbindingen, bruggen en tunnels loopt de weg langs de kust. RV17 start rustig en voert via een bosrijk gebied naar Namsos, de hoofdstad van dit gebied, aan de monding van de Namsfjord. De stad is minder interessant en daarom vervolgen we RV17. Het karakter van de weg verandert nog niet. Een rustige weg door bossen en langs meren. Dit gaat door tot de kust wordt bereikt. Na Holm wordt het een echte kustweg. Bij het veer van Holm wordt halt gehouden voor de nacht. (N 65° 11.024, E 12° 6.985).

 

 

 langs de "Kystriksveien" RV17

 langs de"Kystriksveien" RV17

Het nachtleger wordt opgeslagen bij het veer van Holm.

 

 Om 10 uur vertrekken we met het veer van Holm naar Vennesund (NOK 94,00). Vandaar naar Brønnøysund om het "Gat van Torghatten" te bekijken. Gezien de bekendheid van dit fenomeen verwacht je enige mate van toeristische attractie, maar niets is minder waar. Op een zielig klein parkeerterreintje, aan het doodlopend eind van de weg, een handgemaakt houten pijl met de tekst "Torghatten". Als je de boekjes leest volgt nu een wandeling van 20 min. en je staat bij het gat. Nou, vergeet het maar. Er is nauwelijks sprake van een pad. Je moet, zo lijkt het, door een droge bedding met stenen en rotsen steil omhoog klimmen. Gelukkig waren wij zo kien om onze bergschoenen en wandelstokken mee te nemen. De klimtocht is erg vermoeiend en dan moet je straks ook nog terug. Het afdalen blijkt nog vermoeiender dan het klimmen. Als je dan eenmaal bij het "Gat" bent aangekomen vraag je je af of het alle moeite waard is geweest. Goed, het is iets bijzonders, maar niet echt spectaculair. We hebben geluk met het weer, stralende zon, maar als het regent of vochtig is is de klim naar mijn oordeel onverantwoord als je op sandalen of gewone sportschoenen loopt.

 

 het "Gat van Torghatten"

 het "Gat van Torghatten"

 Het "wandelpad"
We vervolgen onze tocht langs RV17, steken het Velfjorden over met het veer van Horn naar Andallsvågen (NOK 87,00). Na een stukje van 17 km staan we alweer voor een veerboot: Forvika - Tjøtta (NOK 136,00), een tocht van 1 uur. We gaan nu in de richting van Sandnessjøen en passeren hierbij de bergketen "Sju Sostre", de zeven zusters. Een bergketen met 7 bijna even hoge pieken, waarvan er 2, even hoog, bijna in elkaar overgaan. Elke piek heeft z'n eigen naam maar deze twee heten toepasselijk de "Tvillingene", de tweeling. Aan de voet van deze bergketen, daar waar het pad voor de beklimmers begint, maken wij ons op voor de nacht (N 65° 58.253, E 12° 33.742). De nacht die niet komt want, als ik dit schrijf is het half twee in de nacht en de zon schijnt nog op de pieken van de "Sju Sostre". Een gewaarwording waaraan wij nog niet kunnen wennen. Maar voor nu: Welterusten, morgen is er weer een dag. Terwijl ik, reeds gekleed in pyama, nog even door het raam naar buiten kijk voor het te verduisteren zie ik tot mijn verbazing een eland de weg oversteken. Voordat ik, gewapend met camera, buiten ben is de eland alweer in de struiken verdwenen en moet ik onverrichterzake weer naar binnen. Het dier heeft zich niet meer laten zien.

Het "wandelpad" naar het "Gat van Torghatten"

De "Sju Sostre"

De "Sju Sostre"

De "Sju Sostre"

 

 Vandaag gaat het dan gebeuren, we gaan de Poolcirkel over. RV17 voert ons van Sandnessjøen langs de Leirfjorden naar het plaatsje Levang. Een prachtige weg, nu eens vlak langs het water, dan weer hoog boven het fjord. In Levang volgt de vierde veerboot. Nu naar Nesna (NOK 105,00). Het houdt niet op. RV17 volgt nu de kustlijn langs fjorden en meren, al kunje vanuit de auto het verschil bijna niet zien. En warempel, alweer een veerboot. Van Kilboghamn naar Jektvik (NOK 185,00). Tijdens deze boottocht wordt de poolcirkel overschreden. De plaats is gemarkeerd door een Wereldbol op een landtong. Als je het niet weet valt het niet op en is het moment voorbij voor je er erg in hebt. Na Jektvik volgt nog één veerboot van Agskardet naar Forøy (NOK 74,00). De omgeving wordt nu weer spectaculair met besneeuwde bergen en gletschers. We zijn hier in het gebied van de Nordfjordbreen. Een van de uitlopers van deze gletschers, de Engabreen, loopt bijna tot in het fjord. We besluiten om hier halt te houden voor de "nacht" (N 66° 42.917, E 13° 40.181).

 Zomaar een gebergte

 de poolcirkel overschreden

De Engabreen

 de Engabreen

 

Omdat we de tijd aan ons zelf hebben wijken we vandaag af van de RV17 om een bezoek te brengen aan de Glomfjordfjell. Hiertoe slaan we bij de Fykantunnel rechts af de Fjellveien in. Deze leidt ons via enge, onverlichte tunnels naar de parkeerplaats aan het Namnlausvann. Hier beginnen verschillende wandelwegen. Op deze hoogte, ± 900 meter, begint de natuur nu pas te ontwaken en ziet men hier en daar kleine plukjes paarse bloemmetjes opbloeien. Men passeert dan de Storglamvasdamm, een stuwdam (gereed in 1997) die een stuwmeer van 3,5 miljard kubieke meter water heeft gevormd, genoeg om iedere wereldburger te voorzien van 500 liter water. Doordat er nog veel sneeuw ligt zijn de wandelwegen en -paden zo goed als onherkenbaar, waardoor we niet al te ver wandelen en, na het genot van een kopje koffie, terugkeren naar de RV17.

 kleine paarse bloemmetjes, het voorjaar komt.

 Bij de Storglamvasdamm

 

± 30 km voor Bodø, het einde van RV17, bereikt de weg het Skjerstadfjorden. Dit fjord is door een enge doorgang van 150m breed en 3km lang met het Saltenfjord verbonden. Dit is de bekende Saltstraumen., de sterkste getijdenstroom van de wereld. Bijna 400 miljoen kubieke meter water worden hier elke 6 uur met een snelheid tot wel 37 km/h door deze engte geperst. Dit levert spectaculaire draaikolken en stromingspatronen op en maakt de doorgang per boot bijzonder gevaarlijk. De oevers en ook het water worden bevolkt door duizenden meeuwen en andere watervogels die zich te goed doen aan talrijke vissen die in de maalstroom worden meegevoerd en door de vermenging van zout en zoet water in de war worden gebracht en daardoor een gemakkelijke prooi voor de vele vogels. Het is zo'n enerverend gezicht dat we besluiten hier de nacht door te brengen op de parkeerplaats onder de brug (N 67° 13.979, E 14° 37.213) en morgen door te rijden naar Bodø, om van daar uit met de boot over te steken naar Moskenes op de Lofoten.

 spectaculaire draaikolken  en stromingspatronen  in de bekende Saltstraumen

 

de Storglamvasdamm

In de sneeuw bij de Storglamvasdamm

De brug over het Saltstraumen

Saltstraumen

Meeuwen en andere watervogels, wachtend op de vis

 

Vandaag gaan we dus naar de Lofoten. Het plan is perfect. Niet te vroeg uit bed, om een uur of tien ontbijten en zo rond elf uur richting Bodø zodat we tegen twaalf uur op de kade staan bij de veerboot om met de afvaart van 14,00 uur over te varen. Staan we dus om kwart voor twaalf op de kade, blijkt de afvaart van 14.00 uur pas op 23 juni in te gaan, zodat we moeten wachten tot de afvaart van 17.45 uur. Een flinke tegenvaller dus. Zes uur wachten en het regent pijpestelen. Het wordt zo koud en klam dat de kachel wordt opgestookt. Eindelijk komt om kwart over vijf de veerboot aan en kunnen we aan boord gaan na het betalen van het lieflijke bedrag van NOK 687,00 (= € 77,00). De boot vertrekt 10 minuten te laat, maar na een voorspoedige overtocht komen we toch mooi op tijd om negen uur aan in Moskenes op de Lofoten. Om de nacht door te brengen gaan we eerst naar het plaatsje met de korte naam: Å. Hier vinden we plaats op het grote parkeerterrein aan het einde van de weg (N 67° 52.769, E 12° 58.664). Samen met nog een stuk of acht andere campers brengen we hier de nacht door om morgen fris aan dit nieuwe hoofdstuk van deze reis te beginnen.

 Bodø

 De Lofoten in zicht

Het plaatsje Å.

 Het plaatsje Å.

Samen op de parkeerplaats
 Terug naar index